Inleiding
In de samenkomsten van christenen lezen we uit de bijbel, bidden we tot God en staan we stil bij wat Gods woord voor ons hier en nu betekent. Het laatste element krijgt vorm in een preek (homilie), een overweging of meditatie, een schriftuitleg of getuigenis. Deze toespraak wordt over het algemeen gehouden door een ambtelijk voorganger, of door een man of vrouw die preekbevoegdheid heeft ontvangen. Steeds vaker worden mensen uit de geloofsgemeenschap gevraagd in de liturgie het woord te voeren. Soms zijn deze parochianen of gemeenteleden theologisch geschoold, maar lang niet altijd.
Deze uitgave is bedoeld voor mensen die het woord voeren in de liturgie. Ze is praktisch gericht en besteedt aandacht aan:
• de schrifttekst en de plaats ervan in de overweging;
• de hoorders, de situatie waarin zij zich bevinden;
• het geloof van de (s)preker, de verhouding met de schrift en verhouding met de hoorders.
Wil de overweging kans van slagen hebben, dat wil zeggen wil Gods woord scheppende betekenis krijgen in de hoorders en de gemeenschap vormen, dan is het van belang dat Schriftwoord, gehoor en spreker zo op elkaar afgestemd raken dat zij alledrie de ruimte krijgen om tot ontwikkeling te komen en te groeien.
Daarnaast besteedt de uitgave aandacht aan:
• de context van de overweging: de liturgie
• het maken van de overweging en de voordracht.
Vijf overwegingen van verschillende aard en de bespreking ervan besluiten de uitgave.