Bij het woord vieren denk je – als Nederlander – aan Sinterklaas,
aan koninginne/koningsdag, aan verjaardagen en trouwerijen,
aan de samenkomsten in de kerk, de synagoge, de moskee.
Ik denk ook aan palmzondag, de paasnacht, de lauden (het morgengebed),
de katholieke liturgie in verscheidene vormen in verschillende tradities.
Er is ook meer aandacht gekomen voor rituelen die niet specifiek godsdienstig zijn.
Rituelen rond geboorte en uitvaart en andere scharniermomenten in het leven.
Kenmerk van alle vormen van vieren is dat we er lijfelijk en met onze zintuigen bij betrokken zijn en dat de aanwezigen eerder deelnemer zijn dan toeschouwer.