Tien kerken in Arnhem en hun liturgische geschiktheid.
op zoek naar criteria.
Een paar jaar geleden was er binnen de toenmalige rk parochie De Wijngaard
een onderzoek naar de geschiktheid van de verschillende kerkgebouwen.
De parochies van Arnhem-Centrum en Noord en Velp/Roosendaal werden één parochie, er waren tien kerken. Vele kerken zouden dichtgaan, enkele overblijven.
Een dik rapport verscheen waarin gebouwen uitvoerig werden beschreven en beoordeeld: staat van onderhoud, bereikbaarheid, monumentale waarde, dakgoten, parkeerplaatsen etc. Dit alles en veel meer werd onderverdeeld in esthetische factoren (architectonische en stedenbouwkundige waarde),
functionele factoren (bereikbaarheid, veiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit), technische factoren, emotionele factoren.
Wat er níet in voorkwam was de geschiktheid om er voor de eredienst samen te komen.
Ik heb me daar toen wat over opgewonden en dat ook laten merken,
Ik werd gehoord en kreeg vervolgens de opdracht
de tien kerken te onderzoeken op hun liturgische geschiktheid.
Het dwong me over criteria na te denken.
Aangelegde criteria
1. De mogelijkheid om in de ruimte op verschillende wijzen (liturgie) te vieren,
dwz de liturgische multifunctionaliteit.
2. Het priesterkoor zelf als vierplaats
3. Kan de kerk doorlopend geopend zijn voor bezoek, bezichtiging,
kerkelijk/catechetische/diaconale informatie en gebed, voor ontmoeting, gesprek, advies.
4. Het gebouw als sacrale ruimte (met aandachtscentrum, licht/donker).
ad 1. Het samengekomen volk viert de liturgie, daarbinnen zijn er verschillende rollen (cantor, priester, lector, acoliet). Priesterkoor, koorbanken, zitbanken e.d. verhinderen vaak het volk tot participatio actuosa te komen. De vraag is dus: heeft de kerkruimte de mogelijkheden voor een andere vormgeving van liturgie (bijvoorbeeld: het priesterkoor niet gebruiken, de banken uit de kerk halen, ambo en altaar in het schip van de kerk in de lengterichting met zitplaatsen /stoelen in de twee halve cirkels eromheen.
Is er in de kerkruimte de mogelijkheid voor koorgebed, leerdienst/leerhuis, catechetische bijeenkomsten, plaatsen voor individueel gebed, meditatieviering, meditatieruimte, voor verschillende vormen van uitvaartliturgie.
Kunnen er doopvieringen plaatsvinden, individuele dopen, gemeenschappelijk dopen. Is er de ruimte om een kaars aan te steken.
ad 2. Wanneer de banken in schip (en zijbeuken) blijven staan, kan het priesterkoor gebruikt worden als eigenstandige liturgische ruimte. Het priesterkoor of het liturgisch centrum vormt meestal architectonisch gezien het centrum van het gebouw en nodigt uit om daar te verzamelen.
ad 3. Verwacht wordt dat de komende jaren een groeiende behoefte is aan plekken ter bezinning, rust en gebed. De kerken hebben hierin een taak en een mogelijkheid. De overgang van buiten naar binnen, de openheid van een kerkplein of een kerktuin, het front of de zij-ingang van een kerk, de sfeer binnen, dit alles kan de aantrekkelijkheid en bereikbaarheid vergroten.
Wanneer een gebouw duidelijk verschillende mogelijkheden heeft, kan het een huis van de gemeente worden.
Er zijn twee woorden voor kerk in gebruik: ecclesia en kerk: église en Kirche. Kerk komt van kyriakon Huis van God, Huis van de Heer.
Ecclesia verwijst naar ‘naar buiten roepen’, verwant met de (Griekse) volksvergadering.
In de twee benamingen van de ‘kerk’ en ‘ecclesia’ – huis van God en huis van het volk – komen we meteen de spanning op het spoor die we altijd zullen ondervinden bij de herinrichting, maar ook bij het normale gebruik van de kerk.
ad 4. De sfeer van een gebouw kan bijdrage aan de mogelijkheid tot (gods)ontmoeting en bezinning.